Nog steeds komen ongelofelijke verhalen uit de Tweede Wereldoorlog naar boven, of worden opnieuw geschreven, zoals in het geval van dit boek. Centraal staan de joodse vader en zoon Kleinmann, Gustav en Fritz. Gustav hield in het kamp Buchenwald een (zeer geheim want verboden) dagboek bij, dat hij in 1995 publiceerde. Dit boek is daarop gebaseerd, aangevuld met interviews. Vader en zoon behoorden tot de zeer weinige (25) overlevenden van een transport van 1035 mannen naar Buchenwald in 1939. Fritz volgt vrijwillig zijn vader wanneer deze wordt overgeplaatst naar Auschwitz. De reis van vader en zoon is een gruwelijke odyssee door het concentratiekamp-systeem van de nazi's, die zij weten te overleven door de steun die zij elkaar geven. De ontberingen die zij doorstaan, zijn onvoorstelbaar en zoals altijd speelt toeval een belangrijke rol in hun overleven – én hun eigen verbetenheid om niet ten onder te gaan. Gustav en Fritz keren terug naar Wenen, een andere zoon kan naar Amerika ontkomen, moeder en zus Kleinmann worden vermoord. Het boek is voorzien van een fotokatern, literatuurlijst, eindnoten en een register. Verberg tekst