Boek

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman
×
De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman
Boek

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman

Nederlands
2025
Volwassenen
Een vrouw kijkt terug op haar jeugd en op haar relatie met haar buitenissige vader, die directeur was van de Haarlemse koepelgevangenis.
Genre Romans
Titel De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf : roman
Auteur Maria Kager
Taal Nederlands
Uitgever Amsterdam: De Arbeiderspers, 2025
328 p.
ISBN 9789029547338

De Volkskrant

Kort en goed (of niet) -Grappige debuutroman zonder echte clou
Bo Van Houwelingen - 27 januari 2024

De 8-jarige Frida Wolf woont naast de gevangenis. Elke avond als ze in bed ligt, hoort ze een ratelend geluid. Het zijn de gevangenen in hun cellen, die met hun bestek tegen de tralies tikken. Een beetje vreemd misschien, maar Frida vindt het eigenlijk wel een gezellig geluid.

'Dat móét je echt opschrijven', zal literatuurwetenschapper en schrijver Maria Kager (1978) vaak te horen hebben gekregen als ze vertelde over haar jeugd. Haar vader was gevangenisdirecteur en ze woonden een tijdje naast de Haarlemse koepelgevangenis, dus genoeg anekdotes over spectaculaire ontsnappingen, geblindeerde politiebusjes en opstandige gevangenen.

Het is een aanlokkelijke premisse: hoe is het om op te groeien in een zwaarbeveiligd huis met tralies voor de ramen en een allegaartje van kinderlokkers, vrouwenmeppers en ander gespuis naast de deur? Toch gaat Kagers debuutroman vooral over Frida's relatie tot haar vader, een excentrieke gevangenisdirecteur die zijn dochter een nogal onorthodoxe opvoeding geeft. Hij is iemand die zich niet kan verplaatsen in de belevingswereld van een kind, en daarom steeds verbijsterd is als blijkt dat Frida nog steeds geen Dostojevski en T.S. Eliot heeft gelezen, en Dickens alleen in de Nederlandse vertaling. 'Je zou er niets van krijgen als je eens een boek zou openslaan', is een van zijn gevleugelde uitspraken.

En tijdens een lesje zelfverdediging: 'Wanneer je iemand neer wil steken is het belangrijk dat je pols makkelijk wendbaar is', aldus haar vader, die even voordoet hoe je een mes omdraait nadat je 't in iemands buik hebt gestoken. En is Frida benieuwd naar de kindermisbruiker die in de koepel zit opgesloten? Goed, vader beschrijft tot in detail wat dit monster met baby's heeft gedaan.

Wrang, ergens ook wel grappig, maar Kager legt het er erg dik bovenop. Ze volgt telkens hetzelfde patroon: er vindt een bijzonder voorval plaats, vader reageert daar nogal apart op, Frida heeft er haar tragikomische, soms wat kokette gedachten over: 'Daarmee was ik vermoedelijk een van de weinige Nederlandse zevenjarigen geworden die een pistool konden laden.' Zo zeg!

Zoals meer debutanten heeft Kager de neiging te veel uit te leggen: 'Jij zit hier net zo opgesloten als de gevangenen hiernaast', hoor je een 9-jarig vriendinnetje van Frida constateren. Ten eerste geloof je niet echt dat een kind zo'n observatie doet, ten tweede moet zoiets via het verhaal voelbaar worden, niet letterlijk uitgesproken.

De karakters blijven vrij statisch. Er gebeurt van alles maar vader blijft een vreemde vent, Frida blijft zijn bijdehand-tobberige dochter. Zelfs een dramatisch ongeluk brengt daar geen werkelijke verandering in.

Wat is nu eigenlijk de clou? Kager heeft een paar hilarische scènes geschreven, maar wat wil ze ermee zeggen? De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf is een aaneenrijging van anekdotes, maar een groter verhaal wil het niet worden.

De Arbeiderspers; 328 pagina's; € 23,99.

Humo

Hoe goed is de winnaar van De Bronzen Uil?
Jeroen Maris - 10 december 2024

****

Samen met een vriendinnetje dat blijft logeren krijgt Frida Wolf een les zelfverdediging van haar vader. Het is niet de gewiekste beenveeg die wordt gedemonstreerd, nee, niet de listige jiujitsu-greep: hij staat te zwaaien met een kloek mes. Zo omkranst de Nederlandse Maria Kager in het eerste hoofdstuk van haar debuut de vaderfiguur met een prettige spanning: is hij gek? Een psychopaat misschien? Of gewoon een schalk die grenzen en verantwoordelijkheid als speeltjes voor klerken en boekhouders beschouwt?

In 'De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf' wordt de lezer in een troebel functionerend gezin geparachuteerd. Frida groeit op met een vader die de directeur is van de Koepelgevangenis van Haarlem, iets snaaks en levenslustig in zich draagt, maar net zo goed rigide en dof is. Hij heeft het loopje van een schelm, zou je denken, met die laconieke vanzelfsprekendheid van 'm, waarmee hij zijn dochter medeplichtig maakt aan zijn kruimeldiefstallen en haar niet in het schoolse curriculum passende levenslessen doceert. Maar het heeft allemaal ook iets lomp en egoïstisch, hij is evenzeer een ijdele toneelregisseur: de vader gedraagt zich alsof anderen te gast zijn in zijn leven.

Frida wordt een verwonderde toeschouwer van haar eigen leven, laat 'Zelfmoord bij kinderen en jongeren' opzichtig rondslingeren en droomt over een geheime gang naar de gevangenis. Ze werkt ook aan een spreekbeurt over de werkplek van haar vader, en slorpt daarbij alles op wat ze kan vinden. Dat manische is de lijm binnen het gezin. De vader, de moeder, Frida zelf: ze lijken de werkelijkheid voortdurend voor zichzelf te willen verhevigen.

Dan: een auto-ongeval op Franse wegen. Vader en dochter zijn zwaargewond, moeder haalt het niet. In een ziekenhuis in Châteauroux werpt Kager fel licht op de hulpeloosheid van de vader, en de zelfredzaamheid van de dochter. Zij zorgt nu voor hem. Dat is nodig, want de vader heeft het merkwaardige talent om alles wat hij aanraakt te laten verslonzen - de dingen in zijn omgeving, zijn gedachten, zichzelf. En er is rode wijn. De gevangene bedient zich van een lepel of een gesmokkeld handzaagje om de ontsnapping voor te bereiden, de gevangenisdirecteur van het nat in de fles.

Frida Wolf zorgt voor haar vader, tot ze halfweg haar tienerjaren in open water wil zwemmen, en naar het buitenland trekt. In het slothoofdstuk zal ze volwassen zijn, terugkeren naar de gevangenis van haar vader en haar verhaal overschouwen. Dan heeft Kager al verschillende vormen gebruikt: dagboeknotities, langere geschiedenissen, zelfs een traktaat over de bouw van de gevangenis van Haarlem. Alles wordt samengehouden door de toon: Kager schrijft met een schouderophalend aplomb, alsof ze zeggen wil: ik wéét wel dat de werkelijkheid basaltzwart is, maar ik mag erover schrijven in zuurstokroze. De pijn en het trauma vormen de kern van dit bijzondere boek, ze zijn er, maar ze staan op en gaan slapen in fleurige pakken.

ALL YOU CAN EAT

'Het ergste moet nog komen,' meldt Arthur Schopenhauer op een grote poster, ergens in 'De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf'. 'Al gaat het nu ook slecht, daarom behoeft dat in de toekomst niet zo te zijn,' riposteert Horatius enkele bladzijden verder. Daar gaat het over in 'De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf', denk ik, rond die vraag danst de debutante: zullen we Horatius geloven, of toch maar Schopenhauer? De wereldliteratuur praat trouwens wel vaker een aardig mondje mee: Kager, zelf literatuurwetenschapper, strooit met verwijzingen, als croutons mogen W.B. Yeats, Franz Kafka en Philip Larkin in de snert.

Maria Kager heeft net de Bronzen Uil naar haar schouw gesleept, de prijs voor het beste Nederlandstalige debuut, en daar valt volstrekt niets op af te dingen. 'De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf' is een all you can eat. Jij bent een hongerig wezen, fluistert Kager haar lezer tussen de lijnen toe, en ik ga jou voeren. Het buffet is open, aanvallen mag, maar er wordt alleen hoogwaardig voedsel geserveerd. Want Kager heeft wel degelijk alles traag gegaard, het vlees tijd gegeven om kleur te vatten, de korstjes knapperig laten worden, de uitjes fris gehouden. Je wilt nog en nog en nog, en je krijgt nog en nog en nog. Zo bekroop me halfweg een vaag gevoel van schuld: was ik deze roman niet met te veel gulzig plezier aan het lezen? Want Kager vertelt een verhaal over ouders die geen geschenk zijn voor hun kinderen, over rouw, over leven in een groteske gevangenis. Wat zat ik verdorie te gniffelen? Hoe warm mag de toeschouwer worden van de tragedie? 

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een psychologische roman over een ongewone vader-dochterrelatie en over het gevangeniswezen. Frida Wolf groeit op met een excentrieke vader: een gevangenisdirecteur die rookt, drinkt, zijn dochter meeneemt bij het plegen van diefstallen en haar leert omgaan met wapens. Haar vader lijkt zich meer te vereenzelvigen met de gedetineerden van de Haarlemse koepelgevangenis dan met zijn collega’s bij Justitie. Na een tragisch ongeluk wordt de gevangenis een groter deel van het gezinsleven. Jaren later vraagt Frida zich af hoeveel invloed de gevangenis op haar leven heeft gehad. In lichtvoetige, heldere stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Maria Kager (1978) groeide op in Haarlem. Ze promoveerde in de literatuurwetenschappen aan Rutgers University (VS), en publiceerde onder meer in De Gids, Tirade, De Reactor en De Groene Amsterdammer. 'De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf' is haar debuutroman.