De nieuwe Philip Pullman heeft een prachtige titel, maar maakt de hooggespannen verwachtingen niet helemaal waar.
Ruim twintig jaar geleden kwam Het noorderlicht uit, het eerste deel van Het gouden kompas. Samen met Harry Potter en de steen der wijzen, dat twee jaar later verscheen, veranderde Philip Pullmans trilogie het uitzicht van de Britse jeugdliteratuur. Plots kregen veel volwassenen zin om kinderboeken te lezen. Pullman bewees dat filosofische vraagstukken, religieuze kritiek en verwijzingen naar de grote literatuur perfect gecombineerd kunnen worden met een spannende plot waarin twee kinderen de hoofdrol spelen. Door zich te beroepen op een rijke literaire traditie waar auteurs als John Milton, Heinrich von Kleist en William Blake deel van uitmaken zorgde Pullman er bovendien voor dat fantasieliteratuur flink aan respect won.
Anbarische kracht
Zeventien jaar na Het gouden kompas waren de verwachtingen dan ook hooggespannen toen Pullman begin dit jaar een nieuwe trilogie aankondigde die zich afspeelt in hetzelfde universum. Dat bestaat uit verschillende werelden. Onze aarde en geschiedenis maken er deel van uit, maar het verhaal speelt zich grotendeels af in een parallelle wereld. Sommige historische ontwikkelingen zijn daar anders verlopen dan bij ons. Elektriciteit heet er bijvoorbeeld 'anbarische kracht', en vliegtuigen bestaan niet, maar zeppelins en 'gyrokopters' wel. Het belangrijkste verschil is dat elk mens een daemon heeft: een dier dat altijd bij je is en dat je belangrijkste karaktertrekken en gevoelens weerspiegelt.
Al die bijzonderheden uit Het Gouden Kompas duiken op in La Belle Sauvage. Het zijn leuke verrassingen voor lezers die nog niet vertrouwd zijn met Pullmans werk, en ze zorgen ongetwijfeld voor opflakkeringen van nostalgie bij zijn fans. La belle sauvage is een zogenaamde prequel op Het noorderlicht: de heldin, Lyra Belacqua, is in dit verhaal een baby. Net als in Het gouden kompas is zij een gegeerd kind, want door een voorspelling wordt gevreesd dat zij de macht van de kerk onderuit kan halen. Die kerk - het zogenaamde Magisterium - houdt de maatschappij in een ijzeren greep, en voert een gevecht met de wetenschap over de betekenis van 'Stof'. Dat zijn deeltjes die bewustzijn overbrengen, en dus worden gevreesd door het Magisterium, omdat de kerk haar volgelingen liever onschuldig en machteloos houdt.
Afgekloven voorpoot
Biedt La belle sauvage meer dan een fijn weerzien met Lyra en haar wereld? Pullman introduceert enkele nieuwe personages die even innemend zijn. De hoofdrol is weggelegd voor Malcolm Polstead, de elfjarige zoon van een herbergierskoppel. De kleine Lyra is ondergebracht in een klooster vlakbij zijn huis, en wanneer Malcolm beseft dat de baby in gevaar is, stelt hij alles in het werk om haar te redden. Daarbij is hij bescheiden, dapper, slim en sluw, en heeft hij dus alles in huis om de sympathie van de lezer te winnen. Als tegenhanger voor deze goedaardige held heeft Pullman een paar slechteriken verzonnen die evenzeer tot de verbeelding spreken. Zo is er de meedogenloze wetenschapper Gerard Bonneville. Zijn daemon - een hyena met een afgekloven voorpoot - voorspelt al weinig goeds, en die verwachtingen lost Bonneville helemaal in. Wanneer Engeland halverwege het boek volledig overstroomt, begint een lange achtervolging waarbij Malcolm in zijn kano (genaamd 'La belle sauvage') probeert Lyra in veiligheid te brengen, samen met Alice, een dienster uit de herberg van wie Malcolm niet zeker weet of ze te vertrouwen is. Ze worden voortdurend opgejaagd door Bonneville en spionnen van de kerk. Dat levert een paar spannende scènes op, ook al weet je dat Lyra zal overleven - voor Malcolm is dat minder zeker.
Toch is La Belle Sauvage op verschillende vlakken een teleurstellend boek. In het Nederlands zit de vertaling niet altijd mee. Lia Belt en Maren Mostert hadden er goed aan gedaan minder dicht bij het Engelse origineel te blijven, want de lange zinnen van Pullman mogen dan wel vloeiend lezen in het Engels - in het Nederlands haperen ze vaak. Pullman zet vooral in op plot en te weinig op diepgang. Daarvoor leunt hij volledig op het kader dat hij in Het gouden kompas geschapen heeft. Het verrassingseffect is weg en nieuwe inzichten of wendingen blijven uit.
Zelfs de plot mist wat ambitie. Verschillende spannende scènes worden te snel afgewikkeld, en enkele belangrijke personages die in het eerste deel van het boek geïntroduceerd worden, blijven nadien onvermeld. Ongetwijfeld worden zij in de volgende delen nog ergens opgerakeld, maar het geeft een wat slordige indruk. Werkte Het Noorderlicht nog toe naar een verontrustende climax, dan eindigt La belle sauvage wat braaf en voorspelbaar. Wel geslaagd is de sfeerschepping in het boek - vooral het beeld van het overstroomde Engeland blijft hangen, met de kano van Malcolm die dapper het water probeert te trotseren. Een verkoopsucces is La belle sauvage nu al, maar het blijft afwachten of Pullman in de volgende delen van Het boek van stof weer zijn ambitieuzere, gedurfde koers zal kunnen varen.
Vertaald door Lia Belt & M. Mostert, Prometheus, 448 blz., 19,99 € (e-boek 11,99 €). Oorspronkelijke titel: The book of dust. La belle sauvage'.
Verberg tekst